Het is een kans die ze met beide handen aangrepen: de eerste deelnemers van het project ‘De wijk als leerwerkplek’ zijn begonnen. Jonathan, Mikail en Stephanos lopen vier dagen in de week stage en gaan een dag per week naar school. Als alles goed gaat en ze hun diploma halen, krijgen ze gegarandeerd een baan aangeboden.

Voor de uitvoering van het plan ‘De wijk als leerwerkplek’ ontvingen WerkPro, Alfa-college (namens MBO Groningen) en de gemeente Groningen een bijdrage van 2,9 miljoen euro vanuit het Just Transition Fund (JTF). Dit is een Europees fonds voor gebieden die sociaal en economisch het zwaarst worden getroffen door de overgang naar een groene economie. Hiermee wil de Europese Unie de sociaal-economische ongelijkheid verkleinen. De bijdrage is bedoeld voor de acht noordelijke buurten en wijken die vallen onder het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid Groningen-Noord.

Vertrouwen geven

De ‘AanDeBak-garantie’ is een van de projecten die valt onder het plan ‘De Wijk als leerwerkplek’. Projectleider Sietse Glazenburg van de gemeente Groningen heeft de afgelopen maanden samen met de coaches de deelnemers uitgezocht. “Als je in de noordelijke wijken woont, heb je statistisch gezien een grotere kans op een achterstand. Met dit project geven we deze doelgroep vertrouwen. Ook verdienen ze tijdens deze opleiding meer geld dan dat ze in de bijstand zouden krijgen. En is er ondersteuning, bijvoorbeeld als er thuis problemen spelen."

Voorwaarde voor deelname: je moet arbeidsfit zijn, zoals Sietse het noemt. “Gemotiveerd zijn en afspraken nakomen, zo simpel is het voor mij. Sommige mensen die in de bijstand zitten, zijn wel gemotiveerd om te gaan werken, maar ze weten gewoon niet zo goed waar ze moeten beginnen. Ze hebben geen netwerk, geen diploma of niet eentje die hier wordt erkend. Die mensen kunnen we hier goed mee helpen.”

Samen met aannemers

De BBL-opleidingen op mbo-2 niveau die de deelnemers kunnen doen, zijn niet zomaar uitgekozen. Er wordt aangesloten bij de grote opgave die er ligt om huizen te verduurzamen, zo worden kansen aan elkaar gekoppeld. Deelnemende woningcorporaties hebben hun aannemers gevraagd om mee te doen. Zij zitten te springen om goed geschoold personeel. “De woningcorporaties zijn de verbindende factor”, zegt Sietse. Vooral het enthousiasme van Marco Waijer van Nijestee kon hij goed gebruiken in dit project.

Marco is senior projectleider bij de woningcorporatie. “We zijn als Nijestee veel bezig met de leefbaarheid van de wijken waar onze woningen staan. Mensen in deze wijken krijgen soms minder kansen, terwijl dat wel heel belangrijk is. We hebben de komende vijf tot tien jaar een grote opgave om veel woningen te verduurzamen en nieuwe woningen te bouwen. Dit doen wij met vaste bouwpartners. Zij hebben daar voldoende mensen voor nodig, maar daar moet wel begeleiding voor zijn. Soms zijn er cultuurverschillen, of mensen zijn al jaren niet meer aan het werk en het dus niet gewend om om 7 uur ‘s ochtends op de bouw te zijn”, legt Marco uit. “Als je dat niet goed begeleidt, gaat het verkeerd. Om het te faciliteren heb je experts nodig, het is geen specialisme van een aannemer of onderaannemer. Ik denk dat het nu goed geregeld is in dit project.”

Het enthousiasme onder de aannemers en onderaannemers die Marco spreekt, is groot. “Ik krijg tot nu toe iedereen mee. Dat is ook een compliment voor de gemeente. Ze hebben goed geluisterd hoe we dit project tot een succes kunnen maken; naar de ervaringen uit het verleden en wat er gefaciliteerd moet worden. Er is een behoorlijk tekort aan technische mensen. Dus dit is het juiste moment. Dit project is in het belang van de gemeente Ă©n van de corporaties. Want het zijn onze bewoners. De bewoners van de stad Groningen en de provincie.”

Weer naar school

Een BBL-opleiding betekent vier dagen per week werken bij de aannemer. Op de vijfde dag gaat de deelnemer naar school. In dit geval verzorgt het Alfa-college de opleiding. Robin van den Broeke is daar docent elektrotechniek en als begeleider en coördinator actief betrokken bij het project. “Ik coach onze studenten en ben verbonden aan de scholing van statushouders. Bij dit project is er ook extra begeleiding voor de deelnemers. Zo moeten sommige mensen weer leren om naar school en aan het werk te gaan. Vooral naar school gaan is soms een grote stap. Extra aandacht en de juiste begeleiding zorgt dat de kans op uitval aanzienlijk wordt verkleind.”

Een witte man en een witte vrouw in een leslokaal van Alfa-college. Ze lachen allebei. Om hen heen zijn gereedschap, machines en werkbanken.
Robin van den Broeke en Andrea Hut-Wagenaar van het Alfa-college

Intakegesprekken

Op het Alfa-college wordt goed gekeken naar het instapniveau van de deelnemers. Niet iedereen heeft de juiste diploma’s om in te stromen op mbo-2, of het ontbreekt aan voldoende taalvaardigheid. Collega Andrea Hut-Wagenaar (directieadviseur op het Alfa-college) coördineerde samen met Robin de voorgesprekken. “Bij deze intakes kijken we hoe de vlag erbij hangt. Is het realistisch om vier dagen te werken en een dag naar school te gaan? Kan het ook minder? Kan het sneller of langzamer? Het is aftasten en verkennen.”

Robin zag tijdens de intakegesprekken dat niet alle deelnemers exact weten wat ze willen doen. “Soms wil iemand elektricien worden, want elektrotechniek heeft aanzien in het land van herkomst. Maar als je dan in gesprek bent, blijkt een opleiding installatietechniek of bouwtechniek veel beter bij de kandidaat te passen.” De hulp die het project biedt, is voor sommige deelnemers hard nodig, vindt Robin. “Bij een BBL-opleiding moet je zelf een werkplek vinden, maar dat is best lastig en ook spannend. Dat spannende nemen we nu weg door deelnemers en werkgevers te ondersteunen. Dat is normaal gesproken niet zo.”

Extra tijd en geduld

Voor Andrea is dat ook het onderscheidende van dit project. “Mensen zijn uit het arbeidsproces weggeweest, hebben allemaal een rugzakje. Een gewoon traject instappen kan niet altijd. Dit project geeft hen extra tijd en ondersteuning, zowel bij de werkgever als op school. Plus het zicht op een arbeidscontract wanneer ze de opleiding succesvol afronden. Dat is goed voor hun eigenwaarde.” Ook Robin is blij met het project. “Ik ken jongens die van een Entree-opleiding (mbo-1) naar de hts gingen, en via hun werkgever konden doorgroeien. Er is zoveel onbenut potentieel; het zijn allemaal ruwe diamanten. Met wat extra zorg gaan ze glimmen!”

Terug naar de deelnemers. In april is de eerste groep gestart. Mikail zat ongeveer een jaar in de bijstand voordat hij startte met de BBL-opleiding. “Ik werd hiervoor gevraagd door mijn coach. Ik werkte eerder als zzp’er en had allemaal tijdelijke banen. Ik heb van alles gedaan: zes maanden timmerman, een jaar schilderen, zonnepanelen installeren, glasvezel aanleggen. Alles steeds tijdelijk. Ik wilde graag weer aan het werk, maar ik heb geen diploma’s. Nu doe ik de opleiding Installatietechniek.”

Man met tattoos en baardje draagt een blauwe polo van Gaslijn en heeft een ketel of warmtepompboiler in zijn handen. Op de achtergrond een witte werkbus met gereedschap.
Mikail tijdens zijn stage

Voorbereidend traject

De 27-jarige Mikail is terechtgekomen bij installatiebedrijf Gaslijn in Haren. Eigenaar Ronnie Swarts heeft Mikail aangenomen als leerling assistent-installatiemonteur. Vier dagen in de week is Mikail voor Gaslijn op pad. De vijfde dag is hij bij het Alfa-college. “We zijn op school nu bezig met Nederlands, rekenen, BHV en VCA. In september beginnen we met de opleiding”, vertelt Mikail afgelopen juni. VCA is een verplichte cursus over veiligheid, gezondheid en milieu, voor iedereen die werkt in een sector met verhoogd veiligheidsrisico. Ronnie voegt toe: “In de opleiding gaan ze echt met de lesstof van installatietechniek aan de slag. Waterleiding, gasleiding, sanitair, verwarming, dat soort dingen.”

Voor Ronnie was het even aftasten hoe het zou gaan met Mikail. “We hebben om te testen of iemand een geschikte kandidaat is, heel bewust het sollicitatiegesprek om 7 uur in de ochtend gepland. En dat ging helemaal goed bij Mikail”, vertelt Ronnie. “Wij kregen drie potentiĂ«le kandidaten en hebben bewust voor hem gekozen, op basis van zijn werkervaring en leeftijd.” Vroeg opstaan en op tijd op werk zijn, bleek voor Mikail nooit een probleem. Op de brommer vanuit de stad komt hij ‘s ochtends aan bij Gaslijn, helemaal achter in Haren.

Meekijken en proberen

De eerste periode bij Gaslijn was het voor Mikail vooral een kwestie van meekijken, opruimen, en het materiaal leren kennen en aangeven. “Nu mag ik zelf ook dingen proberen. Ik heb net een buis gemaakt van de warmtepompboiler helemaal naar boven. Dus ik ben zelf bezig en daar ben ik heel blij mee. Ik heb hier ook goede collega’s.” Elke dag is anders voor Mikail. Hij gaat telkens met andere collega’s op pad om mee te kijken. “Als Mikail met de service- en onderhoudsmonteur op pad is, dan kan hij alleen maar meekijken”, legt Ronnie uit. “Met het installatiewerk kan hij ook zelf dingen gaan uitvoeren. Leidingwerk, leidingen buigen, beugels zetten, het aansluiten. Dat is heel belangrijk werk dat elke dag moet gebeuren.”

Bij Gaslijn zijn ze wel gewend om leerlingen op te leiden. “We kijken bij iedereen of er een stijgende lijn is en de collega’s tevreden zijn”, vertelt Ronnie. “We blijven allemaal leren, over verduurzaming en nieuwe technieken. We hebben ook nieuwe aanwas nodig. Bedrijfsleider Gezinus en ik worden ouder, we moeten die kennis laten doorvloeien. Dit soort jonge mensen zijn daarvoor erg belangrijk. Ik zou willen dat ik meer plek heb, want je kunt deze jongens helemaal kneden naar de kwaliteit die je wilt leveren.”

Een lichtgetinte man en een witte man staan samen voor een werkbus met gereedschap. De ene man draagt een gereedschapskist.
Mikail en Ronnie

In het Gronings

In de eerste weken kwam Mikail erachter dat cv-ketels voor hem een uitdaging bieden. “Elke cv-ketel werkt weer anders, dat kost veel tijd om te leren. Een warmtepompboiler is echt makkelijker”, zegt Mikail. Een andere uitdaging is het begrijpen van zijn collega’s. “Mijn moedertaal is Perzisch. Sommige collega’s spreken Gronings. Dan moet ik een paar keer vragen of ze het herhalen.” Maar Mikail zit er na een paar weken helemaal in: “Komt goud, mien jong.” Ook weet hij inmiddels wat een T-stuk en wat een expansievat is en kan hij de juiste maat aangeven.

Ronnie hoopt dat Mikail doorstroomt van assistent naar volledig zelfstandig monteur. “Dat hij zelf een ketel onder z’n arm pakt, meeneemt naar de klant en installeert.” Daar is Mikail het roerend mee eens: “Dan ben ik blij, als ik dat kan doen en zelfstandig kan werken. We doen hier van alles: ketels, vloerverwarming, boilers. Dat is nooit saai. Elke dag is anders.”

Opnieuw proberen

Van Haren naar de Oranjebuurt in Groningen. Daar komt de 29-jarige Jonathan een van de 161 woningen uitgelopen waar bouwbedrijf Van Wijnen aan het renoveren is. Vanwege de grootschalige renovatie is een van de leeggekomen woningen omgetoverd tot schaftkeet en de woning ernaast tot kantoor. “Ik had al een paar maanden geen werk toen ik hiervoor werd gevraagd. Ik heb ooit al eerder geprobeerd de opleiding voor timmerman te doen, maar het ging toen niet zo goed op school en ik had geen goede stageplek. Ik ben toen gestopt met de opleiding. Ik wil nu graag meer leren en zelfstandig kunnen werken, daarom heb ik voor de BBL-opleiding voor timmerman gekozen.”

Jonathan viel met zijn neus in de boter. In de Oranjebuurt wordt voor woningcorporatie De Huismeesters een groot renovatie- en verduurzamingsproject uitgevoerd. Er valt genoeg te leren en te timmeren. “We hopen dat het zo mooi gaat met Jonathan dat hij verder doorstroomt en dat hij bij Van Wijnen kan blijven”, zegt voorman Johan Maring. Omdat Jonathan al eerder een deel van de opleiding heeft gedaan, kan hij bij goede resultaten versneld examen doen.

Het vroege opstaan en de volle week met werk en school is voor Jonathan geen enkel probleem. “Het is normaal voor me. Ik kom zonder problemen op de fiets naar het werk”, vertelt hij. “Ik doe van alles hier. Ik help iedereen mee, ook bijvoorbeeld op een school waar waterschade was. Dat was ook een leuke klus.” Jonathan gaat met zoveel mogelijk collega’s mee, om zoveel mogelijk verschillende werkzaamheden te zien en daarbij te helpen.

Twee keer voordoen

“Ik houd van timmeren. Mijn opa deed hetzelfde werk op Curaçao, maar daar is het wel anders werken dan hier. Ik wil ook graag timmerman worden en mezelf verbeteren”, zegt Jonathan. “Onze mensen kunnen ook altijd in overleg doorgroeien, bijvoorbeeld als iemand verder wil leren voor assistent-uitvoerder”, voegt Johan toe. “In het begin is het even wennen, want de werkzaamheden in een renovatieproject moeten gewoon binnen een aantal dagen klaar zijn. Bij nieuwbouw is er veel meer tijd. Wij hebben geen tijd voor fouten, maar Jonathan pakt alles snel op. We doen het twee keer voor en dan komt het helemaal goed.”

Het moeilijkste voor Jonathan was het leren van alle namen van de collega’s. Met collega’s uit Friesland en Groningen waren er voornamen en woorden die hij nog nooit had gehoord. Johan: “Jonathan praat redelijk Nederlands, maar als het op z’n Gronings gaat en wat snel, dan is het lastig. Dus hij keek eerst de kat wat uit de boom.” “Daarom was ik in het begin ook wat stil, en vooral veel aan het luisteren”, vult Jonathan aan. “Maar daarna kende ik de mensen beter.”

Tachtig mensen

Het project ‘AanDeBak-garantie’ heeft een duidelijk meetbaar doel. In drie jaar moet projectleider Sietse minstens 80 mensen uit de bijstand halen en aan een passende praktijkopleiding en baan helpen. In de gemeente Groningen krijgen zo’n 9.000 mensen een bijstandsuitkering. De eerste deelnemers van het project zijn het meest mannen, voornamelijk omdat de opleidingen die nu worden aangeboden meer technisch van aard zijn. Iedereen is welkom, ook mensen die niet in de bijstand zitten. Zij komen bijvoorbeeld binnen via het Alfa-college of via het doorstroompunt van de gemeente.

“De zorg is ook een interessant werkveld met veel tekorten. Daar zouden we ook wel mensen aan willen koppelen, maar zover zijn we nog niet”, zegt Sietse. Aan het enthousiasme van de eerste deelnemers zal het in ieder geval niet liggen. Zelfs met de zomerhitte heeft Jonathan er nog zin in. Hij komt gewoon in z’n lange jas op het werk. “Als ik gewoon rustig blijf en er niet over nadenk, dan voel ik niet dat het zo warm is.”

In sommige Groningse wijken gaat het niet goed. Bewoners hebben moeite om rond te komen, leven in een onveilige buurt, wonen in slechtere huizen, komen niet goed mee op school of het lukt ze niet om aan werk te komen. Dat vinden we onacceptabel. Daarom zetten we alles op alles om dit te verbeteren.