Toen Isabella Weemhoff net van de Oosterparkwijk naar Selwerd was verhuisd, wilde ze ‘‘kruipend terug’’. Maar nu, acht jaar later, wil ze er nooit meer weg.

Waarom ze überhaupt weg was gegaan uit de Oosterpark? Nou, om puur verstandelijke redenen. Het huis had maar twee slaapkamers, zij en man Berry (43) hadden al twee kinderen en in 2016 kondigde zich een tweeling aan – het zou nu echt te krap worden. Met de vriendin van haar vader ruilden ze van woning, en zo kwam het gezin in de Lijsterbeslaan terecht.

Ze kende er niemand, alleen de buren, maar dat duurde niet lang, want Isabella, nu 40, deed wat ze altijd had gedaan, op elke plek waar ze ooit gewoond had: hup, de mouwen omhoog, de schouders eronder. Plannen maken, dingen organiseren. Binnen no-time kende ze zowat iedereen, en kende iedereen háár van de feesten die ze organiseerde op het pleintje voor de deur.

Isabella Weemhoff met haar zoontje, lopend door de wijk

Opgewonden kindersnoetjes

Inmiddels zit ze in allerlei clubjes en teams om de wijk leefbaarder te maken. Behalve de feestcommissie zijn dat bijvoorbeeld het buurtteam en het wijkplatform, en afgelopen voorjaar was ze betrokken bij een festival om te vieren dat Selwerd zestig jaar bestaat. ‘‘Dat deden we met een heel team hoor’’, haast ze zich te zeggen. Ze lacht. ‘‘Maar iedereen weet me wel te vinden, ja.’’

Om de gezelligheid had ik daar niet weg gewild. Maar om het huis wel

Op haar telefoon laat ze foto’s en filmpjes zien van een paar pleinfeesten. Opgewonden kindersnoetjes op het springkussen, lange tafels vol hapjes, en, als de avond is gevallen, volwassenen die dansen op vrolijke reggaemuziek of meezingen met Hollandse hits.

Maar ja. Het pleintje is ter ziele, het huis aan de Lijsterbeslaan tegen de vlakte. Wijkvernieuwing kijkt niet naar de gezelligheid op het plein, maar naar de staat van huizen – en daar mankeerde zo veel aan dat renoveren onbegonnen werk was. Vorig jaar zomer kreeg het gezin de sleutel van een fonkelnieuw huis aan de Vlierstraat, zo’n vierhonderd meter verderop.

 Isabella Weemhoff met haar zoontje, staand in de deur van haar woning

Dwergpapegaai Coco

Daar vertelt ze nu, aan de grote houten tafel, hoe het was en hoe het is.  ‘‘Het huis zat vol met schimmel en vocht. Het tochtte er enorm en het was er altijd koud. Het schijnt ook verzakt te zijn geweest. Nu hebben we alles nieuw en comfortabel. Alleen, ik mis de kachel wel hoor. Vloerverwarming is mooi, maar het duurt best lang voor de boel is opgewarmd. Maar daarom hebben we die’’, wijst ze naar een grote mand vol fleecedekens. ‘‘Iedereen heeft zijn eigen dekentje.’’

Wat ze ook mist? Het pleintje natuurlijk. Dat nodigde met de speeltoestellen en de bankjes gewoon uit om gezellig bij elkaar te kruipen op lange avonden in de zomer. De kinderen konden er lekker buiten spelen, dat was altijd veilig, want iedereen hield iedereen wat in de gaten, maar dan wel op een fijne manier. ‘‘We hadden daar een vaste vriendengroep. Nu woont iedereen verder verspreid. Wel in de wijk hoor, dus nog steeds dicht bij elkaar. Maar toch zie je elkaar automatisch minder. Nee, om de gezelligheid had ik daar niet weg gewild. Maar om het huis wel.’’

Ze krijgen veel complimenten over de vloer, die net hout lijkt, maar toch echt laminaat is. Houten tafels met sierlijke metalen poten. Naast de tv staat een kooi op een witte zuil in klassiek Griekse stijl. Daar woont Coco, de violet/grijze dwergpapegaai die zich af en toe vrolijk met het gesprek bemoeit. De voortuintjes staan vol onkruid, die staan als het goed is binnenkort nog op de planning. ‘‘We willen ook graag bakken met viooltjes aan de regenpijpen, zodat het tot die tijd toch alvast wat gezelliger oogt. Daarover zijn we wel in gesprek geweest, maar tot nu toe helaas nog zonder resultaat.’’

Wie elkaar tegenkomt, is eerder geneigd een beetje op elkaar te passen

Je moet elkaar kennen

Geen pleintje voor het nieuwe huis, wel een straat. Isabella is niet voor één gat te vangen, zij kijkt graag naar mogelijkheden. Als een pleinfeest niet meer kan, dan houden we toch een straatfeest? En aldus geschiedde, vorige nazomer was de eerste editie, compleet met twee grote springkussens en een popcornmachine. Voor het komende jaar zit ze te denken aan een barbecue achter in de brandgang. Het idee is dat bij elk hek een tafel komt te staan. ‘‘Op de ene heb je dan vegetarisch eten, op een ander halal, en zo voort. Zodat je van de ene naar de andere kunt lopen en opscheppen, als een soort buffet.’’

Heel hoog op de verlanglijst van de Vlierstraat staat een speeltuin voor de deur. Mag niet, zegt ze, vanwege de bomen. Nu staat er alleen een klimtoestel, terwijl de wijk heel kinderrijk is. Ze gaat in gedachten de straat af en telt op haar vingers. ‘‘Gezin, gezin, gezin, alleenstaand, gezin, gezin. Alleenstaand.’’ Alle leeftijden, alle achtergronden, de wijk is erg multicultureel.

Isabella Weemhoff met haar zoontje, op een speeltoestel

Waar ze ook mee bezig is: ontmoetingsplekken voor iedereen, voor jongeren én ouderen. Wie elkaar tegenkomt, is eerder geneigd een beetje op elkaar te passen. Er is veel armoede, zegt ze. En eenzaamheid. ‘‘Als je weet dat iemand zich alleen voelt, nou, dan kun je gemakkelijk regelmatig even langs om samen koffie te drinken. Je kunt zo veel doen om te helpen en het is echt niet moeilijk. Je moet het alleen even weten, en daarvoor moet je elkaar kennen.’’

Afgelopen voorjaar vierden ze dat zestig jaar geleden de heipalen de grond in gingen om Selwerd te bouwen. Een groot feest was het, met live muziek, wandelingen door de wijk en nog veel meer. Net als zestig jaar terug is de wijk ook nu een bouwput, met overal lege plekken, informatieborden en de geraamten van gebouwen. Uiteraard geeft dat soms overlast, maar, zegt Isabella: kijk naar de toekomst. ‘Natuurlijk kan niet alles gesloopt worden, er staan ook koophuizen. Maar met alles wat er nu op de nominatie staat kom je een heel eind. Als straks alles klaar is, denk ik dat we een heel mooie wijk hebben.’’

In sommige Groningse wijken gaat het niet goed. Bewoners hebben moeite om rond te komen, leven in een onveilige buurt, wonen in slechtere huizen, komen niet goed mee op school of het lukt ze niet om aan werk te komen. Dat vinden we onacceptabel. Daarom zetten we alles op alles om dit te verbeteren.